In dit artikel staan wij stil bij het afsluiten van een bemiddelingstraject. Wij lichten toe welke mogelijke uitkomsten er zijn aan het einde van een bemiddeling, namelijk (i) er wordt geen akkoord bereikt, (ii) partijen bereiken een gedeeltelijk akkoord en (iii) er is een bemiddelingsakkoord.
Er is geen akkoord
Indien partijen tijdens het bemiddelingstraject niet tot een akkoord komen, betekent dit niet dat het bemiddelingsproces zonder waarde is geweest. De bemiddeling leidt doorgaans tot een verduidelijking van de standpunten, het blootleggen van de onderliggende belangen en het bevorderen van het onderling begrip. Deze elementen kunnen in een latere fase alsnog bijdragen aan een oplossing, hetzij via onderhandelingen, hetzij tijdens een gerechtelijke procedure. De bemiddeling is een vrijwillig proces zodat elk van de partijen (en de bemiddelaar) op elk moment een einde kunnen maken aan de bemiddeling.
De vertrouwelijkheid van het bemiddelingstraject blijft te allen tijde gewaarborgd, ook wanneer de bemiddeling wordt beëindigd zonder akkoord. In het kader van een gerechtelijke bemiddeling wordt de rechtbank uitsluitend geïnformeerd over het feit dat het traject zonder akkoord is afgesloten, zonder enige inhoudelijke mededeling over de gevoerde gesprekken of standpunten van partijen en zonder toe te lichten aan de rechtbank welke partij de bemiddeling beëindigde.
Partijen behouden uiteraard de mogelijkheid om hun geschil op een andere wijze (verder) op te lossen.
Er is een gedeeltelijk akkoord / deelakkoord
Het is ook mogelijk dat partijen tijdens de bemiddeling geen volledige oplossing bereiken, maar wel overeenstemming vinden over bepaalde deelaspecten van het geschil. In dat geval spreekt men van een gedeeltelijk akkoord of een deelakkoord.
Hoewel er geen volledig akkoord is bereikt, is de waarde van een gedeeltelijk akkoord van belang. Het bereiken van een deelakkoord betekent immers dat bepaalde punten al zijn opgelost, wat het resterende conflict vaak eenvoudiger en beter beheersbaar maakt. Daarnaast bevordert een deelakkoord het wederzijds vertrouwen tussen partijen en creëert het vaak ruimte om de bemiddeling verder te zetten of het geschil op een andere manier op te lossen.
Wat volgt over het bemiddelingsakkoord, geldt ook voor het deelakkoord.
Er is een akkoord: het bemiddelingsakkoord
Wanneer tussen partijen een akkoord over het tussen hen gerezen geschil wordt bereikt, wordt dit een bemiddelingsakkoord genoemd.
Een bemiddelingsakkoord is een consensuele overeenkomst waarvoor louter de wilsovereenstemming van alle partijen vereist is. De bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek voorzien dat een bemiddelingsakkoord in een gedateerd en ondertekend geschrift wordt vastgelegd. Ook voor een dading, is een geschrift vereist.
De bemiddelaar ondertekent het bemiddelingsakkoord mee. Indien de bemiddelaar erkend is door de Federale Bemiddelingscommissie zal dit ook vermeld worden in het bemiddelingsakkoord aangezien dit van belang is voor de homologatie van het akkoord (zie hierna).
In het bemiddelingsakkoord worden de verbintenissen en afspraken vastgelegd die de partijen gemaakt hebben over het tussen hen gerezen geschil. Een bemiddelingsakkoord bevat doorgaans volgende clausules:
- de identificatie van de partijen: welke partijen zijn partij bij het geschil? Wie kan deze partij vertegenwoordigen en wie zal het akkoord ondertekenen?;
- een voorafgaande uiteenzetting en preambule: waarover gaat de bemiddeling? Vermelding dat partijen vrijwillig aan de bemiddeling hebben deelgenomen onder leiding van een bemiddelaar en tot een akkoord zijn gekomen;
- het voorwerp van het bemiddelingsakkoord: wat willen partijen bereiken met het akkoord (doorgaans het beëindigen van het tussen hen ontstane geschil);
- de verbintenissen van partijen: wat zijn partijen overeengekomen?
- rechtskeuze: wanneer er discussie zou ontstaan over het bemiddelingsakkoord: welke rechtbank zou dan bevoegd zijn?;
- de datum en handtekeningen: het is vereist dat een bemiddelingsakkoord de handtekeningen van partijen én de bemiddelaar bevat en gedagtekend is.
Indien partijen bij een gerechtelijke bemiddeling tot een akkoord zijn gekomen, zal de bemiddelaar aan de rechtbank melden dat er een akkoord bereikt is zonder hierbij de inhoud van het akkoord mee te delen.
Partijen kunnen ervoor kiezen om hun bemiddelingsakkoord te laten homologeren door de rechtbank. De rechtbank zal dan akte nemen van het bemiddelingsakkoord waardoor het uitvoerbaar wordt. Het bemiddelingsakkoord krijgt op die manier dezelfde gevolgen als een vonnis en kan dus gedwongen worden uitgevoerd indien één van de partijen zijn verbintenissen niet nakomt.
Bij een buitengerechtelijke bemiddeling is de bevoegde rechter voor homologatie de rechter die materieel en territoriaal bevoegd zou zijn geweest indien het conflict de gerechtelijke weg gevolgd zou hebben. De partijen kunnen zelf ook een andere territoriaal bevoegde rechter aanduiden. Bij gerechtelijke bemiddeling is de bevoegde rechter voor homologatie steeds de rechter die het aanstellingsvonnis van de bemiddelaar heeft geveld, behalve als die materieel onbevoegd zou zijn.
Auteurs:
Marco Schoups, Nel Van Daele, Sarah Van Praet en Eva Sterkens, advocaten bij SCHOUPS